De montage voor het penvissen

In een vorig blog ''penvissen, wat heb je nodig?'' schreef ik over het materiaal wat je nodig hebt bij het penvissen. Als je eenmaal klaar bent om te gaan vissen dan is je montage een belangrijke factor voor het vangen van vis. Doe je dit verkeerd, dan zul je de aanbeten niet goed kunnen registreren en mis je onnodig vis. De montage voor het penvissen is eenvoudig maar doeltreffend.

Wat heb je nodig?

• Rubberen stuitjes
• Dobber
• Knijploodjes
• Peilloodje
• Karper onderlijn (wartel, gevlochten lijn en haak)
• Karperaas

De montage maken

• Schuif een rubberen stopper op je lijn, hiermee bepaal je de diepte van de dobber
• Vervolgens komt je dobber op de lijn.
• Als laatst knoop je de onderlijn met een wartel aan je hoofdlijn

Montage uitpeilen

Je kan je montage op drie verschillende manieren uitpeilen. Staand, Liggen en Zwaar liggend.

1. Staand uitpeilen

Als je staand vist ligt alleen je haak en aas op de bodem en moet je zoveel lood op je lijn knijpen dat je dobber nog net met het puntje boven het water uit komt. Vervolgens meet je met behulp van een peilloodje de diepte van het water. Knijp het loodje aan je haak en laat het geheel te water. Schuif de rubberen stopper omhoog of omlaag totdat je dobber met het puntje boven water uit komt. Nu weet je precies hoe diep het water is en dat je haak op de bodem staat.

2. Liggend uitpeilen

Wil je liggend vissen, dan peil je eerst je dobber uit zonder onderlijn. Doe er net zoveel loodjes aan totdat je dobber nog net boven water komt. Knoop vervolgens je onderlijn met wartel aan de lijn en je zal zien dat het gehaal zinkt. Schuif nu het rubberen stoppertje omhaak totdat je dobber weer boven water kant. Je weet nu dat de wartel en je onderlijn op de bodem ligt met je onderlijn er naast. Dit is bij veel penvissers de meest gebruikte manier van vissen.

3. Zwaar liggend uitpeilen

Bij het zwaar liggend vissen doe je precies hetzelfde als bij het liggend vissen. Je schuift het rubberen stoppertje alleen een stuk verder omhoog dan nodig is. Eigenlijk en je dus te ondiep aan het vissen. Na het ingooien ligt je dobber plat op de oppervlakte. Nu draai je de lijn voorzicht in waardoor de dobber voorzichtig zal gaan staan. Je vist nu met een bocht richting de bodem waardoor de karper minder snel zal schrikken van de lijn.