Mans vanaf de kant

Hoewel we overspoeld worden door roofvisverhalen die zich op groot water afspelen, mogen we niet vergeten dat vissend vanaf de kant elke roofvis nog steeds erg goed te vangen is. Waar het vissen met een boot vaak een kostbare bezigheid is, kun je met minimale kosten heerlijk vanaf de kant achter de roofvis aan.

Er wordt mij vaak gevraagd of ik wel eens vanaf de kant vis. Jazeker! In Noord-Holland, waar ik voorheen woonde, had ik het water voor het uitzoeken. De wateren rond de Zaanstreek zijn een eldorado voor roofvissers die vanaf de kant achter de roofvis aanzitten. Tegenwoordig woon ik nabij de grens van Friesland en Drenthe en is het hier eigenlijk niet anders. Vlakbij mijn huis liggen genoeg vaarten en kanalen waar, tot mijn verbazing, niet eens zo heel veel in gevist wordt. Wat een luxe!

Gevlochten lijn of nylon?

Vanaf de kant vis ik zowel met een spin- als met een jerkbaithengel. In dit geval hengels met een werpvermogen tot dertig gram, waarmee ik kunstaas tot doorgaans twintig gram vis. Onder de hengel komt een molen of reel, beiden hebben zo hun voor- en nadelen. Ik neig vaak naar het gebruik van een reel. Je kunt er zeer nauwkeurig mee werpen, mits het te werpen kunstaas niet te licht is. Met een reeltje is licht kunstaas, zoals spinners en kleine plugjes, vaak lastig te werpen… Een werpmolen werpt in dat geval beter. Op de spoel van de molen of reel komt de hoofdlijn, maar kies je voor een nylon of een gevlochten lijn? Kies je voor een gevlochten hoofdlijn, dan wordt de combinatie die je in de hand hebt nog gevoeliger en mis je geen aanbeet meer.

Hoewel gevlochten lijnen duurder zijn dan nylon lijnen, gaan ze bij goed gebruik makkelijk drie jaar mee, dat is nylon niet gegeven. Vanaf de kant vis ik met licht kunstaas en een lichte spinhengel, betekent dit ook dat je met een lichte, dunne lijn vist? Theoretisch gezien kun je met een dunne lijn aan de slag, maar naar mijn mening en ervaring ben je het best af met een lijn die niet al te licht is. Ik kies zelf voor een gevlochten lijn met een diameter van 18/00 of 20/00. Dit is dezelfde diameter lijn die ik altijd gebruik(te) in het ‘nylon tijdperk’. Hoewel een dunne gevlochten lijn een enorme trekkracht heeft, is deze wel gevoelig voor de fouten die we maken. In de praktijk wordt elke fout hard afgestraft en is het verspelen van je kunstaas echt niet denkbeeldig.

Minder kunstaas verspelen

Met een dikkere lijn wordt een werpfout niet zo maar afgestraft. Wat ook niet onbelangrijk is, je kunt eventuele pruiken die je werpt makkelijker ontwarren. Probeer dat maar eens met een 12/00 millimeter lijn! Met een dikkere lijn heb je natuurlijk meer kracht in de lijn dan nodig is, maar dat vangt je slipmechanisme op. Loopt je kunstaas vast, ga dan niet als een gek lopen trekken, dit kan zomaar je hengel kosten. Door met beleid aan de lijn te trekken kun je behoorlijk wat aan de lijn omhoog trekken.

Dikbuikig model!

Het kunstaas wat ik gebruik hangt een beetje af van de kleur van het water. Is dat troebel, dan pak ik graag een plug die voor nogal wat kabaal zorgt! Plugjes met een stevige ratel worden in troebel water van behoorlijke afstand waargenomen. Ik kies het liefst voor een dikbuikig model, deze schudden er lustig op los en dat wordt door roofvis, met name snoek, erg gewaardeerd. Koop voor het vissen in polders en vaarten geen pluggen die diep duiken, anders zit je om de haverklap vast aan de bodem. Gebruik pluggen met een kleine, vrij haaks op de plug staande zwemlip. Hierdoor duikt deze niet de diepte in.

Een grote, vrij recht staande zwemlip schept veel water: daardoor loopt de plug diep! Waarom pluggen zo populair zijn is snel uitgelegd. De meeste pluggen drijven! Na de inworp heb je alle tijd om de lijn strak te draaien en je kunstaas in beweging te brengen. Dit in tegenstelling tot een spinner. Deze is zinkend en zakt gelijk naar de diepte. Bij het te water raken moet je dus snel reageren en gelijk contact maken met de spinner. Natuurlijk zijn er ook pluggen die zinken en pluggen die je langzaam kunt laten zinken. Deze pluggen kun je tijdens het binnenvissen regelmatig naar het oppervlak laten stijgen. Bovendien is een plug, met name de bolvormige modellen, een zeer compact gewicht. Hierdoor is dit kunstaas makkelijk, nauwkeurig en als het moet, ver te werpen.

Goede stekken

Ik probeer altijd stekken op te zoeken die bij snoek in de smaak vallen. Eigenlijk is het niet zo moeilijk die stekken te vinden! Snoek houd van beschutting en als het kan een beetje stroming in het water. Een brug biedt vaak beiden. Beschutting in de vorm schaduw en palen, stroming omdat een brug het water vaak vernauwd. Plekken waar water kruist en samenkomt mag je ook nooit onbevist laten. Laat je niet afschrikken door klein of zeer ondiep water. Zelfs in extreme gevallen ligt er vaak een snoek op je te wachten. Zijn de omstandigheden anders, dus heb je wat breder en dieper water, dan ligt niet zelden op elke kruising wel een snoek! Brede vaarten zijn vaak kilometers lang en ga dan de snoek maar eens vinden! Ik concentreer me dan op vernauwingen of ik zoek naar plekken met uitgeholde kanten. Misschien ken je wel zo’n stek. Een zompige rietkraag is vaak hol onder het riet. Al vanaf mijn jeugd heb ik dit als topstekken voor de snoek ervaren. Vis er maar eens heel dicht langs! De eerder benoemde stekken zijn niet altijd een garantie op snoek, maar zoeken naar dit soort stekken en deze secuur afvissen helpt je zeker om vis te vangen.

Snoekvissen vanaf de kant

Creatief binnenvissen

Het kunstaas presenteer ik zo speels mogelijk. Wie niet anders doet dan zijn plug, spinner of lepel inwerpen en monotoon binnendraait zal moeite krijgen om vis te verleiden. Wees creatief! Vis je kunstaas afwisselend snel en langzaam binnen. Stuur ook bij met je hengel, zeker in het geval wanneer je in ondiep water vist. In veel vaarten, zeker in polders, is het niet zo diep. Bij een lange worp zal het kunstaas dieper duiken dan bij een korte worp. Dus houd na een verre worp je hengel in eerste instantie hoog, klokstand tien uur is doorgaans voldoende. Naarmate je kunstaas dichter onder de kant komt laat je ook de hengel zakken. Wanneer je kunstaas vlak voor je voeten is moet de hengeltop zowat het water raken. Op deze wijze blijft je kunstaas op één diepte zijn werk doen. In de polder ben ik geen voorstander om het kunstaas dicht tegen de bodem aan te presenteren, ik vis mijn kunstaas liever wat hoger. Snoek ligt vaak op de bodem en kijkt altijd vooruit en naar boven. Wanneer je plug, lepel of spinner een halve meter onder het oppervlak loopt hoeft je vis vaak slechts een meter of zelfs minder omhoog te zwemmen om jou een topdag te bezorgen. En echt, dat gaat je lukken!

In principe is heel de basis voor mij gelijk. Een uitzondering: ik neem nu vaak een net mee, want het water waarin ik vis, ligt behoorlijk diep met soms steile taluds.

Tot slot

Heb je nog vragen over het juist omgaan met je vangsten? Stel deze dan gerust aan onze klantenservice, we staan je graag te woord. Of kom eens langs in een van onze hengelsport winkels in Almelo, Lelystad. Rijen, of Steenwijk!

Wil jij ook succes boeken met je volgende karpersessie? Zorg dan dat je snel de juiste roofvisspullen in huis haalt, en wie weet pak jij binnenkort je pr van het jaar!

Deel je vangsten met ons! Dit kan altijd via onze social media kanalen zoals Instagram en natuurlijk Facebook. Of stuur je foto's op naar Foto@raven.nl en wellicht zie jij jouw vangst voorbij komen op één van onze social media pagina's!

Tekst en foto’s Bertus Rozemeijer