Brasem vangen met Mark Pollard op de Oude Maas

Het Engelse team, en dan praat ik niet over Wayne Rooney en Jamie Vardy, maar over big All (Scotthorn) en zijn kornuiten, hebben mij altijd in hoge mate begeesterd. De absolute top, professioneel en van alle markten thuis, daar kan geen enkel ander team aan tippen. Ik heb daar in al die jaren vedetten zien komen en zien gaan. Kevin ‘animal’ Ashurst, Tom Pickering en nu waarschijnlijk icoon Bob Nudd. Steeds dacht je, onvervangbaar, maar dan trekken ze weer een blik open en een stel nieuwe Nudds ritst zich ertussen. Verzwakking, me hoela…

Of ik met een van die jongens uit zo’n kampioenenblik een dagje wou optrekken? Een beetje wegwijs maken, maar vooral zorgen dat hij vis vangt, liefst veel! Nu zwemmen de laatste tijd de brasems wel iets verder uit elkaar, maar een netje vis, dat moest toch lukken, zeker als je gast Mark Pollard heet! Mark is een van die begenadigde ‘masters’. Een weekje Nederland is voor hem: vissen, iets eten en/of drinken omdat het nu eenmaal moet (eigenlijk is het tijdverlies) en opnieuw vissen. Zijn auto, toch niet klein, biedt amper plaats aan hem en zijn uitrusting. De Oude Maas? Vaste hengel? Ik zie aan zijn blik dat hij maar wat graag een bevestigend antwoord van mij verwacht. “Pollard, je krijgt de mooiste vaste stokvisserij van Nederland; lekker zonnetje, geen wind en een Oude Maas die stijf staat van de brasem.”

Oude maas

De brasem was aardig aan de rol, massieve vissenlijven doorbraken regelmatig het gladde wateroppervlak. De tegenoverliggende rietkragen werden flink door elkaar geschud. Mark graaide kwijlend naar zijn foedraal met vaste hengels. Zelf zou ik wat met de feederhengel vissen. Mark had zijn stelling in gereedheid gebracht en hield zich nu met het grondvoer bezig. Het water is hier vrij ondiep en bovendien erg helder. Hij koos voor een grauwe mix op basis van vismeel. Zijn welgevulde schuiven met gemonteerde lijnen konden hem niet echt overtuigen. Zoals bij veel topvissers, is de montage aan de waterkant gemaakt, nog steeds de beste (zeker als het water je vreemd is). In no time monteerde Mark een peervormige dobber met 2 gram drijfvermogen aan een 14/00 nylon bovenlijn. “Dan kan ik er in geval van veel ‘lijners’ tot 12/00 fluocarbon onderlijn aanzetten”, aldus Mark.

markpollar_montage_raven

Witvissen met vaste hengel

“Wat een prachtig water, in Engeland vissen we zelden op zulk mooi natuurwater. Onze kanaal(tjes) zijn erg smal en ondiep en moeten een hoge hengeldruk doorstaan. Vaak moeten we de vis met de vaste hengel uit de overzijde peuteren. We hebben geen hengelbeperking, 16 meter ver vissen met de vaste hengel is vrij normaal. Op de wedstrijdvijvers zwemt veelal karper, in alle maten en soorten, daar moet de trukendoos echt helemaal open.” Mark besluit het voer netjes onder de top op 13 meter te plaatsen. Indien nodig kan hij er nog gemakkelijk een hengeldeel bijsteken om achter de voerplek te vissen. Hij legt de hengel met een voercup in de steunen. Het zwarte cupje is zijn target en duidt zijn visplek perfect aan. De mix wordt nog even afgemaakt met een ‘handje’ water.

Een greepje zoete maïs en de nodige casters, zijn de krenten in de koek. Mark kiest voor de voorzichtige aanpak. Een vijftal vaste ballen met twee minder vast geknepen ‘starters’, rijk voorzien van aas. Er gebeurt weinig, ook mijn feedertop blinkt uit in niets doen. Pal in het riet aan de overzijde daarentegen is het ‘party time’. Ik vis op 45m afstand, toch nog een 15m verwijderd van het tuinfeest. Op een paar lijners na, niks te beleven. Dan krijgt Mark Pollard, die de boel op gang tracht te krijgen met ‘loose feeding’, er een vis aan. Duidelijk een lijner, die onmiddellijk weer losschiet. Hij werkt zich de pleuris, hengel verlengen, met grote regelmaat casters brengen, het mag niet baten. “Vaste hengel… daar gaat mijn hoogst betrouwbare image.”

markpollar_voeren_raven

Wuivende rietkragen

Als de nood het hoogst is, is het riet nabij. Ik kan het niet langer aanzien, maak het nylon onder de lijnclip los en plaats mijn voerkorf bij de eerste uitlopers van de rietkraag. Mark, van alle markten thuis, heeft ook in de gaten dat het verderop zal moeten. In geen tijd heeft hij zijn vaste hengel omgeruild voor een feeder. “Voer brengen is zelfs niet nodig”, zegt hij en de daad bij het woord voegend mikt hij zijn aas met een arlesey lood pal tegen de rietkraag. De hengel in de steun leggen is er niet bij. Glunderend drilt Mark zijn eerste Maasbrasem. Weliswaar niet klassiek met de vaste hengel, maar de pret is er niet minder om. Natuurlijk hebben we schik. De kunst is nu: niet reageren op het overweldigend aanbod lijners. Gemakkelijker gezegd dan gedaan. Nylon in plaats van dyneema op de molen en een carbon tip, filteren het best de echte aanbeten uit de ‘zwemmers’. Mijn gast geniet en ik natuurlijk ook. Ik leer dat koekoek in het Engels ongeveer hetzelfde klinkt en hij leert van mij haast accentloos ‘verdorie’ zeggen als ik voor de zoveelste keer missla…

markpollar_feederhengel_raven

De mix van Mark Pollard

Mark maakt gebruik van de samengestelde voeders van M. Van Den Eynde. Nu is het vaak zo dat bepaalde samenstellingen alleen in Engeland verkrijgbaar zijn. Dit is ook het geval met de mix van Mark Pollar. Toch voelen we ons verplicht om de juiste samenstelling van de succesmix van Mark te geven:

  • 1500 gram - Marine Green
  • 1500 gram - Ringers Carp Mix
  • 500 gram - Bruin broodmeel
  • 350 gram Gemalen hennep
markpollar_mix

Tot slot

Heb je nog vragen over het witvissen? Stel deze dan gerust aan de klantenservice van Raven, ze staan je graag te woord. Of ga eens langs in een van de mooie hengelsport winkels van Raven in Lelystad, of Steenwijk!

Wil jij ook succes boeken met je volgende witvissessie? Zorg dan dat je snel de juiste witvisspullen in huis haalt, en wie weet pak jij binnenkort je pr van het jaar!

Deel je vangsten met Raven! Dit kan altijd via de social media kanalen zoals Instagram en natuurlijk Facebook. Of stuur je foto's op naar Foto@raven.nl en wellicht zie jij jouw vangst voorbij komen op één van de social media pagina's van Raven!

Tekst en Foto's: Richard van den Broeck