Leren vliegvissen op forel

Vliegvissen, zoals de naam al zegt; worden vliegen gebruikt als aas. Geen echte vliegen natuurlijk, maar kunstvliegen die worden gebonden van veertje of haartjes van dieren. Ook het uitwerpen van het aas gaat anders dan normaal. Bij vliegvissen gebruik je namelijk het gewicht van de lijn om het aas aan te werpen. En wordt er gebruikt van een speciale werptechniek.

Materialen

Hengel

Bij het vliegvissen gebruik je een vliegenlat en reel. De vliegenlat wordt berekent in het gewicht van de lijn; aftma klasses. Voor iedereen die het zich afvraagt Aftma staat voor: American Fishing Tackle Manufactures Association. Aftma varieert van 1 tot 16. Waarbij 1 heel licht is en 16 heel zwaar.

  • Aftma 0 – 2: lichte hengels voor delicate visserij
  • Aftma 2 – 4: lichte hengels voor de Nederlandse visserij
  • Aftma 5 – 6: Allround hengels (tegenwoordig al als redelijk zwaar gezien)
  • Aftma 7 – 8: Lichte hengels voor zalm en zeeforel, vissen op snoek met streamers
  • Aftma 9 – 10: Zware hengels voor snoek en zalm, zeevisserij
  • Aftma 11 – 16: Big game hengels (Trachinotus falcatus, goudmakreel, tonijn, zeilvis)

De vliegenlat wordt vaak gezien door vliegvissers als een verlengstuk om de lijn in beweging te houden. Daarom is het belangrijk dat de hengel goed mee beweegt en de energie die in de lijn zit als de lijn geladen is niet verliest.

Reel

Bij de reel wordt ook de Aftma klasses gebruikt. De reel moet hetzelfde Aftma nummer zijn als de lijn en de hengel. Vaak wordt een reel alleen gebruikt als lijn opslag. Dit komt omdat het grote gedeelte van de lijn al wordt gebruikt bij het binnen strippen. De slip wordt vaker gebruikt bij het karpervissen. Karper wil bij een run nog wel eens veel lijn meenemen.

Backing

Backing is lijn wat achter de vliegenlijn wordt gebonden. Backing wordt gebruikt om de reel op te vullen zodat je bij het indraaien grotere slagen met lijn inhaalt zodat je niet moe staat te draaien bij het inhalen en als je een vis die door slip heen gaat altijd lijn mee te kunt geven.

Vliegenlijn

Ook de vliegenlijn heeft de Aftma klasses. Neem de vliegenlijn dezelfde klasse als de hengel en de reel of een hogere aftma maar nooit lager! Anders krijg je echt problemen met werpen. De vliegenlijn is het werpgewicht van je set.

Er bestaan verschillende soorten vliegenlijnen; “floating”(drijvend), “intermediate”(langzaam zinkend) en “sinking”(snel zinkend). Maar ook WF - “Weight Forward” en DT - “Double Taper”.

Floating is de drijvende van de drie. De floating lijn blijft altijd drijven en zal van zichzelf niet zinken. Ideaal voor bij het gebruik van droge vliegen.

De intermediate is de langzaam zinkende lijn die naar half water zakt bij het binnen vissen. Goed met het vissen van nimfen.

De sinking line is de snel zinkende lijn en wordt echt alleen gebruikt als de vis heel diep zit.

WF en DT

WF en DT zeggen iets over de opbouw van de vliegenlijn. Bij een WF-lijn zit het gewicht van de lijn in de voorste 33% van de lijn, vaak zo’n 7 meter.

Bij een DT-lijn zit er zowel in de voorste 3,5-4 meter een verzwaring, alsook in de laatste 3,5-4 meter. Dit is een ideale lijn voor de beginnende vissen, mocht je de lijn namelijk ‘kapot’ gooien dan kun je deze nog omdraaien en verder vissen. Hoe zie je dat de lijn kapot is? Er zitten dan kleine scheurtjes in je vliegenlijn. Een drijvende lijn kan daardoor ineens zinken bijvoorbeeld.

Lijn onderhoud: Als je wilt dat de kwaliteit van de “floating” lijn optimaal blijft en blijft drijven is hem schoonhouden belangrijk. Je hebt hier lijn vet voor nodig of geloof het of niet maar (dreft) afwasmiddel.

Tip!: Spuit een klein beetje vet op een doekje en vouw dit doekje om de lijn. Strip nu de lijn van de ene kant naar de kant totdat je de hele lijn hebt gehad.

Leader

De leader is een zelfgeknoopte of kant en klare gekochte taps toelopende nylon lijn. De leader verschilt van diameter en wordt gekozen afhankelijk van de vissoort die men wilt vangen. Het aanknooppunt tussen de vliegenlijn en de tippet.

Tippet

Tippet is het einde van de leader. Dit is het dunste gedeelte dat wordt geknoopt aan de vlieg. De leader en de tippet is één lijn. Het verschil zit hem alleen in de dikte: De leader breder in diameter en tippet smaller in diameter. Tippets worden vaak aangegeven met een "getal X"

X-code  ø in mm  haakgrootte
8x 0,076 28 – 22
7x 0,101 24 - 18
6x 0,127 22 - 16
5x 0,152 18 - 14
4x 0,178 16 - 12
3x 0,203 10 - 6
2x 0,229 8 - 6
1x 0,254 6 - 2
0x 0,275 4 - 1/0

Vliegen

Droge vlieg: Wordt op het oppervlakte van het water gevist. Imiteert een insect dat op het water leeft of in het water gevallen is.

Natte vlieg: Lijkt veel op de droge vlieg. Het verschil is dat de natte vlieg onder het wateroppervlakte wordt gevist

Nimf: Imiteert een larf van een insect. Nimfen leven meestal op de bodem van het water en worden daarom onder het wateroppervlak of vlak bij de bodem gevist. Nimfen kunnen bijna alle witvissen vangen omdat het hun natuurlijk voedsel imiteert. Dus denk aan (ruis)voorns, Brasems en Winde.
Maar ook forel is hier zeer goed mee te vangen.

Streamer: Imiteert ene prooivisje of een ander insect bijvoorbeeld een bloedzuiger. Goed voor de roofvissen in het water. Denk hierbij aan Snoek, Snoekbaars en Baars. Maar sommige gevallen zelfs ook Roofblei.

Voor het gericht vissen op forel beveel ik droge vliegen en nimfen aan

Beet indicatoren

Met het vissen met droge vliegen kun je zien wanneer de vis de vlieg pakt. Met streamers krijg je een harde aanbeet, maar met nimfen en natte vliegen kun je het niet zien omdat het onder water begeeft en de aanbeten zijn soms zo zacht dat je het te laat voelt en mis slaat. Hoe kan je dit voorkomen? Daar kan de beet indicator ofwel strike indicator in het engels een oplossing voor bieden. Beet indicatoren blijven net zoals een reguliere dobber altijd drijven. Zodra je aanbeet krijgt op de nimf zal de beet indicator meegetrokken worden onder water. Zo kun je de aanbeet veel beter zien. Dit is super handig bij het gebruik op forel aangezien je hier ook vaak mee op vist met nimfen.

Vliegen vest

Bij het vliegvissen heb je meestal veel bij je wat je in handbereik wilt hebben. Denk hierbij aan de onthaker, knipper en nieuw tippet materiaal bij het vervangen van de vlieg. Daar biedt een vliegvisvest de uitkomst voor. Hier kun je alles aan bevestigen en met veel zakken een uitkomst voor om alles gauw te kunnen pakken en binnen handbereik bij het vissen.

Montage

Nu je een hengel met reel hebt komt het optuigen aanbod. Het is belangrijk dat is de backing eerst op de reel komt. Knoop deze vast door middel van de arbor knot.

Nu de backing om je reel is heen gespoeld. Is het tijd voor de vliegenlijn/flyline.

Nu de vliegenlijn aan de backing is bevestigt is het tijd voor de leader om aan de vliegen vast gemaakt te worden. Je hebt hier hele handige hulpmiddelen voor. Ééntje die heel goed werkt is de leaderloop. Neem de uiteinde zonder lus en doe voorzichtig over de vliegenlijn heen. Neem nu het plastic buisje wat om de leaderloop heen zat en schuif de helft van het buisje over de vliegenlijn en de andere helft over de leaderloop. Nu heb je ook een vloeibare lijm nodig. Dit dient in het buisje van beide worden ingegoten. Op deze manier blijft alles goed zitten! Aan het andere uiteinde zit een lus. Met deze lus kun je heel gemakkelijk de leader aan bevestigen door bijvoorbeeld een lus in lus knoop. De leader kan hierdoor ook heel snel en gemakkelijk vervangen worden. Je kan kant en klare leader halen waar de tippet al aan vast zit. Bind de vlieg vast aan de tippet. Dit kan heel gemakkelijk met de halve bloedknoop voor een goede bevestiging. Wil je de vlieg nog net wat meer actie mee geven? Dit kan met de surgeon’s loop. Het is een moeilijkere knoop dan de halve bloedknoop

Nu ben je klaar om naar de waterkant te gaan!

Werptechniek

Nu je alle materialen bij elkaar hebt is het tijd om naar de waterkant te gaan en de materialen uit te proberen. Maar hoe werp je een vliegvis hengel uit? Hoe komt de lijn met je vlieg eraan in het water?

Het werpen is een zweep beweging. De lijn volgt de hengeltop.

  1. Pak de hengel vast met de reel naar beneden en de wijsvinger tegen de bovenkant van het handvat. Bij deze instructie gaan we uit van een rechtshandige visser, met de hengel in de rechterhand.
  2. Houd de hengel horizontaal voor je, met tenminste vier meter lijn uit het topoog. Trek het aantal meters lijn dat je wilt werpen van je reel en leg dit voor je op de grond.
  3. Pak de lijn met je linkerhand ergens tussen het onderste geleide oog en het handvat vast.
  4. Breng de hengel nu in een vloeiende beweging omhoog, waarbij de onderarm en hengel in elkaars verlengde liggen. Stop op de stand ‘1 uur’. De arm beweegt vanuit de elleboog, de pols blijft op slot.
  5. Volg de lijn met je ogen en laat hem strekken. Duw dan de hengel naar voren tot de stand ‘11 uur’. De lijn vliegt weer naar voren.
  6. Tijdens het naar voren strekken van de lijn laat je een meter losse lijn gecontroleerd door de vingers van je linkerhand glijden. Op deze manier verleng je elke worp een stukje van je lijn.
  7. Breng je hengel weer naar achter en tot de stand 1 uur, laat de lijn strekken en duw de hengel weer naar voren tot 11 uur.
  8. Herhaal stap 6 en 7 tot je lijn de gewenste lengte heeft.
  9. Nu kan de definitieve worp worden gemaakt. Terwijl de lijn weer voor je uitrolt laat je de hengel met de lijn meegaan. Laat de hengel rustig zakken tot hij horizontaal ligt, op 9 uur dus.
  10. De worp is perfect als de lijn en vlieg voorzichtig op het water zakken, zonder een plons.

Tip: tel eventueel het aantal tellen dat je lijn zich naar voren en achteren strekt. Dit voorkomt het nakijken en kramp in je nek aan het eind van een lange visdag ;)