Leren witvissen met een vaste stok voor gevorderden

Je hebt het vissen geleerd en je vindt het een fantastische hobby! Het plezier in het vissen moet in elke tak van onze hobby centraal staan, ook bij het wedstrijdvissen! Maar wat is er nou leuker dan meedoen aan wedstrijden en die daadwerkelijk ook winnen?
In dit artikel staat het witvissen voor de gevorderden/wedstrijdvisser centraal. Met slimme technieken en het juiste materiaal dat je kunt gebruiken om beter te worden in het vissen met de vaste stok.

• Benodigdheden voor gevorderden om te witvissen met de vaste stok.
• De beste stekken om te vissen op witvis.

De juiste visbasis

Naast de vereiste kennis voor het witvissen met de vaste stok is snelheid ook nodig om wedstrijden te kunnen winnen. Door gebruik te maken van een zitkist en/of visplateau zorg je ervoor dat je altijd al je spullen binnen handbereik hebt en kun je je handelingen sneller uitvoeren. Daarnaast is het aangeraden om onder andere een leefnetsteun, aasplateau, voerbak/voer tas, hengelhouders en een paraplusteun te bevestigen aan je zitkist en/of visplateau. Dit soort accessoires. verhogen niet alleen je handelingssnelheid tijdens het vissen maar ook het comfort. Doordat je alles binnen hand bereik hebt en op de juiste hoogte, krijg je bijvoorbeeld minder snel last van je rug.

Hengelkeuze

Voor het wedstrijdvissen is een hengel tussen de 10 & 14,5 meter aan te raden. Deze hengels zijn vaak opgebouwd uit meerdere oversteek delen. Doordat alle delen makkelijk van elkaar af te halen zijn, is het eenvoudig om de juiste lengte voor een sessie te kiezen. Houdt hier rekening mee bij de aankoop van je hengel. Een hengel van 14,5 meter is ook te gebruiken bij sessies waar een hengel van 13 meter voldoet, andersom is dit niet het geval!

Kies een lengte die goed past bij jouw manier van vissen en/of is toegestaan in de wedstrijden die je vist. Zo kent iedere wedstrijd zijn eigen reglementen en bij vissen met de vaste stok zitten er vaak ook regels aan hoe lang een hengel maximaal mag zijn.

Afsteken van een hengel

Hengels met een topset en/of lange lengte noemen we oversteekhengels, deze ‘steek je af’. Het afsteken van je hengel is in wezen het ondersteunen van de hengel en het begeleiden van de delen tussen het handdeel en topset. Dit alles doe je door gebruik te maken van een afsteekroller om de vis eenvoudig te kunnen landen of eventueel snel je aas te checken. Kies hier voor een stevige afsteekroller die bij slecht weer of harde wind niet zomaar om kan vallen.

De eerste twee of drie delen van een oversteekhengel noemen we een topset. Tijdens het vissen behoudt de topset vaak zijn volledige lengte. Hierdoor kan het elastiek gespannen blijven als de vis aan de haak zit en kunnen we dobbertuigjes maken met dezelfde lengte als de topset. De gelijke lengte van de topset en dobbertuig heeft veel voordelen tijdens het vissen. Daarom heeft een wedstrijdvisser dan ook vaak meerdere topsets klaarliggen. Deze topsets verschillen qua elastiek en dobber/lood setting.

Type water – Dobberkeuze en loodsetting

Voordat je begint met vissen, is het slim om alle factoren van het water te bekijken. Zo is het bij vaste stok vissen belangrijk om je dobber en loodsetting af te stemmen op de stroming van het water. Als je vist op stilstaand water, dan plaats je het lood anders op de lijn en kun je beter gebruik maken van een slanke dobber. En zo is het op stromend water slimmer om je lood compacter bij elkaar te plaatsen en een dobber te kiezen met een compact lichaam die goed met de druk van het water omgaat.

Hieronder zie je een voorbeeld van dobbers en loodsettingen in verschillende watertypes:

Haak en onderlijnkeuze

Stilstaand water

In de bovenstaande illustratie zie je niet alleen diverse loodsettingen en dobbers maar ook dat de stand van de haak verschilt. Als je vissen wilt vangen met een rechtstandige bek zoals een voorn is het verstandig om gebruik te maken van een zogeheten ‘staande haak’. Hierbij wordt het aas vlak boven de bodem gepresenteerd waardoor het aas natuurlijker zal bewegen. Deze techniek is vooral aan te raden bij voornvisserij op stilstaand water.

Ongeacht loodmontage en dobbers wordt er altijd gevist met een onderlijn. De onderlijnen zijn snel eenvoudig te wisselen via de lus-in-lus montage. Het gebruik van een onderlijn is noodzakelijk om er voor te zorgen dat je altijd met het juiste model en een scherpe haak vist.

Lichtstromend water

Bij lichtstromend water is de dobber constant in beweging. Deze beweging van de dobber kunnen we goed in ons voordeel gebruiken. Door de klassieke staande haak presentatie iets dieper af te loden, komt de haak op de bodem te liggen. Als we de dobber met de stroming mee laten driften en de hengel stil houden, zal de opslag (lijn tussen de dobber en hengel) strak komen te staan. Als de lijn strak staat zal de lijndruk het aas langzaam omhoog drukken. Dit zorgt ervoor dat het aas in een betere positie komt voor de vissen met een rechtstandige bek. Kort nadat je het aas hebt doen stijgen, beweeg je de hengel weer richting de dobber waardoor de lijn weer slap komt de hangen. Dit zal ervoor zorgen dat het aas zakt en weer op de bodem komt te liggen. Door deze beweging af te wisselen kun je onder moeilijke omstandigheden een aanbeet forceren op langzaam stromend water.

Wil je grotere vissen vangen, zoals een brasem. Kies dan voor een montage met een sleepje op de bodem. Brasem, zeelt en andere vissen met een onderstandige bek hebben een voorkeur voor aas dat stil op de bodem ligt. Hier kun je met deze montage slim op inspelen, dit geldt voor zowel stilstaand als stromend water.

Lees ook eens: Tips om grote brasems te vangen

Stromend water

De invloeden van het water op je visserij zijn enorm. De stroming zal een constante druk leveren op de dobbermontage en lijn, hierdoor kan het lastig zijn om precies op één plek te blijven vissen. Tijdens het voeren is het slim om hier rekening mee te houden. Kies hierbij voor compact en kleverig voer dat op de bodem pas uit elkaar valt. De voerballen gooi je enkele meter stroom opwaarts, hierdoor creëer je een voerspoor. Door de voerballen te verdelen over ongeveer 1,5 – 2 meter, kun je dit voerspoor nauwkeurig bevissen.

Bij het vissen in een stroming is het gebruik van een sleep vaak het meest succesvol. Doordat het aas en een deel van het lood op de bodem ligt, vertraag je de dobbermontage. Deze vertraging zorgt ervoor dat de vissen langer de tijd hebben om je aas op te pakken. Bij het vissen op stromend water is het belangrijk om regelmatig de scherpte van de haak te controleren. De bodem van rivieren en snel stromende beken liggen immers vaak vol met stenen en obstakels die je haak bot kunnen maken.

Wedstrijdvissen en voer

Zeker bij wedstrijdvissen kun je met de voersamenstelling veel verschil maken. Je kunt gebruik maken van veel verschillend kant-en-klaar voer en ingrediënten. Het winnende recept is lastig te geven en echt slecht voer bestaat dan ook niet. Ongeacht je voerkeuze is het zeven van je voer erg belangrijk. Door je voer meerdere malen te zeven zorg je voor een perfecte verdeling van de ingrediënten en vocht.

Tip: Lees het blog: het belang van voer zeven!

Zodra alle ingrediënten optimaal verdeeld zijn, krijgt het de kans om te werken zoals het bedoelt is. Voornvoer (A) maak je vlak voor je sessie/wedstrijd klaar zodat alle delen maximaal attractief werken. Bij brasemvoer (B) is het slim om dit de avond vóór de sessie/wedstrijd klaar te maken. Hiermee zorg je ervoor dat je de verticaal werkende delen verzadigt. Het brasemvoer willen we tijdens de wedstrijd zo dicht mogelijk tegen de bodem laten werken.

Op zoek naar de juiste voersamenstelling? Lees: Jan van Schendel’s witvisvoer tips!

Het is beter om je maden/wormen pas tijdens het vissen toe te voegen aan het voornvoer of brasemvoer. Als je vooraf de maden al toevoegt zullen ze aan alle kanten uit de voerbakken kunnen kruipen. En mochten de omstandigheden lastig zijn tijdens het vissen, dan is het moeilijk om alle maden weer uit het voer te halen. Dit is de voornaamste reden dat het beter is om levend aas pas tijdens de sessie toe te voegen.

Lees ook eens: Houd je de verse maden in topcondite

Voerstek opbouwen

Als je voer de juiste consistentie heeft kun je beginnen om een voerplek op te bouwen. Aan het begin van de sessie/wedstrijd is het aan te raden om vier á vijf voerballen te vormen ter grootte van een mandarijn. Twee met maden/wormen of ander leven aas en twee/drie zonder. Als je secuur kan werpen met de hand dan is dit sneller. Ben je nog niet goed geoefend in het secuur werpen van voerballen, gebruik van een cupping kit! Je wilt niet dat aan het begin van de wedstrijd het voer over en nergens komt te liggen, zo lig je gelijk een stap achter.

Lees hier: een blog over het gebruik van een cupping kit.

Wil je het werpen met voerballen oefenen? Oefen dan eens met het werpen van een tennisbal in een emmer. Zodra je dit eenmaal onder de knie hebt, kun je wellicht ook aan het begin van de wedstrijd de voerballen gaan werpen.

Tijdens het vissen

Voer met regelmaat kleine beetjes aas, dit kun je het beste doen met een cupping kit. Een andere manier is door gebruik te maken van een katapult. Met een katapult zul je de voerplek automatisch groter maken, houdt hier dus wel rekening mee. In de meeste gevallen wil je de voerplek zo compact mogelijk houden, dus is het gebruik van een cupping kit aangeraden.

Regelmaat is het belangrijkste tijdens het wedstrijdvissen. Leer jezelf een structuur aan die jij goed vol kan houden. Een structuur om mee te beginnen onder normale omstandigheden is; elk kwartier een kleine beetje aas cuppen en elk uur een balletje voer. In de regelmaat zullen de aanbeten blijven komen en zo blijft de vis aanwezig op je voerplek. Bij het vissen op brasem zul je beter wormen en maïs kunnen voeren, voor voorns kun je beter maden en hennep gebruiken.

Hierbij een basis om de aansluiting te vinden bij de gevorderde vissers met vaste stok. Onthoud bij wedstrijden de gouden regel, Meedoen is belangrijker dan winnen!