Leren roofblei vissen

De roofblei is een lange slanke vis die qua uiterlijk wel wat weg heeft van de winde. Ze kunne ruim een meter lang worden en wel 10 kilo zwaar worden. Roofbleien kunnen een leeftijd bereiken van maximaal 12 jaar onder goede omstandigheden. De roofblei is een nieuwkomer in Nederland. Oorspronkelijk komt de roofblei uit centraal- en oost Europa. Vanaf midden jaren 80 is de roofblei begonnen aan een opmars in ons land. De opening van het Mainz-Donau kanaal en de verbeterde waterkwaliteit hebben ervoor gezorgd dat de roofblei nu in veel Nederlandse wateren voorkomt. De roofblei is een sterk en slanke vis, die zijn prooi zoekt in de volle stroming van rivieren. Ook voor zijn voor zijn voortplanting heeft de roofblei stromend water nodig. Je vindt ze tegenwoordig in alle rivieren in ons land en in alle wateren die daarmee in verbinding staan. Ze weten zich goed te handhaven, want jonge roofblei wordt volop gevangen in Nederland. Een jonge roofblei voedt zich vooral met insecten, larven of andere kleine waterdiertjes. Wanneer de roofblei een lengte van 20cm bereikt, dan gaat zijn dieet steeds meer uit alleen vis bestaan. Hierbij ligt de voorkeur vooral bij jong speldaas. Deze jonge visjes zijn vaak gedesoriënteerd in het snel stromende water, waardoor ze een makkelijke prooi zijn.

Aas

De roofblei is een vis die houdt van stromend water, goede stekken zijn dan ook bij een harde stroming. Roofblei bevis je met "kunstaas". Het kunstaas wat we kiezen moet daarvoor geschikt zijn. Vaak wordt er gekozen voor slanke plugjes met een kleine zwem lip. Daarnaast wordt er gekozen voor verzwaarde spinners met een langwerpig blad of voor speciale roofbleispinners. Ook softbaits met een loodkopje kunnen goed worden ingezet. Mits ze slank zijn, want ze moeten ook in stromend water een verleidelijke actie geven. Bij het roofblei vissen is het van belang dat je probeert de prooi te imiteren. In het prille voorjaar jaagt de roofblei vooral op klein speldaas van twee tot vijf centimeter. Kunstaas in dezelfde grootte en dezelfde kleur werkt in die periode dan ook het beste. Wanneer het speldaas groter wordt, moet je kunstaas dus ook meegroeien. Aan het einde van de zomer bereik je daarom vaak betere resultaten met groter kunstaas. Je kunt dan bijvoorbeeld denken aan plugjes van zeven tot tien centimeter. Hierbij werken kleine plugjes goed, maar de zwem lip moet niet te groot zijn. Je moet de plug immers met een flinke snelheid door het water kunnen halen, zonder dat de plug zijn actie verliest. Slanke plugjes met een kleine zwem lip werken daarom het beste. Speciale roofbleispinners zijn een uitkomst bij het werpen op grote afstanden. Deze hebben een lichaam van lood, met erachter een spinnerblad. Deze laten zich ver werpen en met hoge snelheden inhalen.

verschillende plugjes
Voorbeeld van een verschillende roofvis plugjes.

Stekkeuze

De roofblei vinden we vooral op stromend water of in wateren die daarmee in verbinding staan. De Vecht, de IJssel en andere grote rivieren van Nederland hebben ondertussen al een goed bestand aan roofblei. Het is een supersportvis, waar we nu gericht op kunnen vissen. De roofblei is een gestroomlijnde en snelle jager. We vinden hem vooral op plekken waar stromingen bij elkaar komen, bij stuwen, bij stroomversnellingen en bij obstakels in stromend water. De roofblei is niet afwachtend maar achtervolgt en jaagt fanatiek, vaak met meerdere vissen tegelijk. Op warme zomeravonden zorgt dit voor een spektakel aan de oppervlakte. Kleine visjes weten niet waar ze heen moeten vluchten en springen daarom massaal uit het water. Dat zijn natuurlijk de tijden dat je erbij moet zijn!

Techniek

Het kunstaas mag je snel binnenhalen, voor de roofblei is het niet gauw te snel! Roofblei vissers nemen daarom graag molens met een hoge inhaalsnelheid. Hiermee houd je meer controle bij het binnenhalen. De roofblei heeft wel tanden, maar deze zijn niet zo scherp dat ze snel je lijn beschadigen. "Fluorcarbon" is dan ook een prima keus als onderlijnmateriaal. Bij het zelf knopen van de onderlijnen kun je eenvoudiger de lengte bepalen. Omdat fluorcarbon enige rek heeft, maken we graag de onderlijnen wat langer, meestal één meter. Door deze lange onderlijn zit er meer elasticiteit in je lijn, waardoor je een betere buffer hebt bij een fel vechtende roofblei. De kans op losschieters wordt dan wat kleiner. De gevlochten hoofdlijn heeft immers geen rek, daarom is een beetje demping niet verkeerd.

Tips:

  • Let goed op en blijf om je heen kijken! Jagende roofblei verraadt zichzelf door visjes naar de oppervlakte te jagen.
  • Aanbeet gevoeld maar gemist! Blijf snel naar binnen draaien! Vaak volgt snel de tweede aanval.
  • Controleer je slipinstelling! Een gehaakte roofblei gaat er als een speer vandoor, natuurlijk wil je dat je slip kan ingrijpen wanneer dit nodig is.
  • Neem een schepnet mee! Een flinke roofblei geeft zich niet zomaar gewonnen en is erg glibberig

We hopen dat we je nu enthousiast hebben gemaakt over deze nieuwe rover. De aanbeet is spectaculair en wanneer je de eerste grote roofblei gevangen hebt, dan weet je precies wat we bedoelen!

We wensen je een goede vangst!