Leren statisch snoekvissen

Statisch doodaasvissen op snoek is een populaire manier van vissen, vooral in de koudere maanden van het jaar. Alle activiteiten nemen onder water af bij lage watertemperaturen. Elke vis zal zuiniger met zijn energie omgaan en minder actief zijn dan in de warme maanden. Bij lage watertemperaturen kan doodaasvissen op snoek heel effectief zijn. Een dode aasvis geeft namelijk een geur af, die de snoek zal prikkelen. Wanneer hij op de geur afkomt, dan komt hij vanzelf uit bij jouw "dode aasvis". Een snoek jaagt zoals bijna elke rover, graag zo lui mogelijk. Een grote dode aasvis levert veel energie op en kost weinig moeite om te vangen! Hoe groter de snoek, hoe groter lichaam hij moet onderhouden. Vandaar dat de grote snoeken helemaal dol zijn op een makkelijke snack. Met passief aangeboden "dood aas" worden elk jaar dan ook de grootste snoeken gevangen.

De uitrusting die je nodig hebt om statisch op snoek te vissen, verschilt niet veel van de uitrusting die een karper visser gebruikt. De hengels, molens, steunen, lijn en beetmelders zijn allemaal hetzelfde. Vandaar dat veel karper vissers in de wintermaanden ook graag een poging wagen met een dode makreel, voorn of andere aasvis. De karper laat zich minder goed vangen, de snoek nog prima!

De geur van je aas

Erg belangrijk bij statisch doodaasvissen op snoek, is de geur van je aas en de plek waar je gaat zitten. Juist omdat de snoek passief is en zuinig op zijn energie, is het belangrijk dat je de snoek opzoekt. En net zo belangrijk is dat de snoek ons aas kan vinden. Vaak vissen we met twee of drie hengels tegelijk. Omdat het een wat passievere manier van vissen is, gaat dit ook uitstekend. Juist omdat je met meerdere hengels vist, kun je ook beter op zoek gaan naar de snoek. Probeer verschillende plekken en verschillende dieptes. Waar je precies moet zijn kan erg verschillen, meestal is het beste advies: Houd de witvis in de gaten! In de koudere periode verzamelt de witvis zich vaak in grote scholen. Vaak op plaatsen waar de temperatuur net even iets hoger ligt dan in de rest van het water. Dit is meestal bij havens, fabrieken, woningen en op beschutte of diepe plekken. Een "waterthermometer" kan je hierbij een hoop zinvolle informatie geven! Maar ook een gesprekje aanknopen met aanwezige witvissers kan zorgen voor de nodige informatie. Wanneer je eenmaal de witvis hebt gevonden, dan is de snoek niet meer ver weg!

Statisch Snoekvissen
Statisch op de snoek vissen.

Als aas kun je verschillende vissoorten nemen. Zeevissen hebben het voordeel dat ze boordevol olie zitten. Deze olie komt vrij wanneer de vis in het water ligt en zorgt voor een geurspoor. Omdat we het aas op één plaats aanbieden, kan deze geurspoor de snoek helpen bij het vinden van je aas. Zeevis is wat zachter en zal daardoor wat eerder van de haak af kunnen vallen. Het is daarom handig om zeevis bevroren aan de haak te zetten, hierdoor blijft het aas stevig genoeg voor een flinke worp.

De montage

We kunnen op verschillende manieren ons dode aas aanbieden. De twee meest gebruikte zijn run-rig met loodlijn, waarbij het loodgewicht zich aan het einde van de lijn bevindt en de takel over deze lijn kan schuiven. En het schuifloodsysteem, bij dit systeem loopt de hoofdlijn vrij door een loodgewicht. Het contact is bij deze montage heel direct. Direct na het schuiflood wordt de takel bevestigd.

Een takel is een stalen onderlijn met één of meerdere haken en dreggen. "Deze" kun je kant-en-klaar kopen of zelf maken. In het begin zouden wij "kant-en-klare onderlijnen" aanraden omdat deze van prima kwaliteit zijn.

Het gevangen snoekje terugzetten
Het gevangen snoekje terugzetten.

Hoe bevestig ik nu de vis aan de haak?

De meeste takels hebben een enkele haak en één of twee dreggen, dit wordt ook wel de neushaak genoemd. De neushaak prikken we door zowel de onderkaak als de bovenkaak van de aasvis. Op die manier zit het aas stevig vast en werpen we het er niet zo gemakkelijk af. De overige dreg prikken we in de rug of bij de aarsvin van het aas. Deze manier werkt goed bij aasvissen tot een centimeter of 20. Grotere aasvissen kunnen we beter vastmaken met één neushaak en twee dreggen. Wanneer we één van deze dreggen aan de bovenkant van de "aasvis" inhaken en de andere aan de onderkant, dan weten we vrij zeker dat we snel kunnen aanslaan. En dat de snoek eerder gehaakt zal worden.

Vuil op de bodem

Wanneer er veel rotzooi of bladeren op de bodem van het viswater ligt. Dan is het belangrijk dat we de aasvis een stukje van de bodem aanbieden. Rottende bladeren zorgen namelijk voor giftige stoffen en geuren waar de snoek liever uit de buurt blijft. Bovendien zorgt deze rottingsgeur ervoor dat de geur van je aas overstemd wordt. Bij verse zoetwatervissen als aas is de zwemblaas vaak nog heel, waardoor ze vanzelf drijven. Bij bevroren vissen en zeevissen ontbreekt deze zwemblaas. Daardoor moeten we wat drijfvermogen toevoegen om deze een stukje boven de bodem aan te kunnen bieden. We kunnen dit doen door de aasvis te vullen met balsahout of piepschuim, of door meer drijfvermogen te bevestigen aan de takel.

Gevangen snoek met statisch doodaas vissen
Gevangen snoek met statisch doodaas vissen.

Na het ingooien brengen we de lijn enigszins onder spanning en leggen de hengel op de steunen. Wanneer je vist met hangers of swingers zorg dan dat de snoek behoorlijk lijn kan nemen zonder dat hij weerstand voelt. Dit doe je door de hanger een eindje onder je hengels te hangen. Wanneer de swinger stijgt, wacht dan totdat de snoek duidelijk lijn neemt. Sla dan pas stevig aan! Deze aanbeten kunnen soms heel erg langzaam gaan, maar soms ook ontzettend snel. Blijf dus dicht bij je hengels, het kan elk moment gebeuren!

Tips:

  • Moet je een eind werpen? Of vis je met zachte zeevis? Haak dan je aas bevroren aan je takel.
  • Voorkom dat je aas tussen rottende bladeren op de bodem belandt. Hangen er bladeren aan je takel na het binnenhalen? Zoek dan een andere plek.
  • Maak je aasvis extra aantrekkelijk door hem in te spuiten met vis of zalmolie, vooral in diep en stilstaand water kan dit erg succesvol zijn!
  • Heb je een aanbeet gemist? Werp dan op dezelfde plaats weer in! Vaak bijt de snoek nog wel een keer

Hopelijk hebben we je enthousiast gemaakt om het ook eens te proberen. Doodaasvissen kan soms een geduldige zaak zijn, maar vaak erg lonend. Wees niet bang voor groot aas en experimenteer er rustig op los. Op die manier krijg je het snelst meer ervaring en zul je steeds succesvoller worden. Probeer het eens, hopelijk vergeet je snel alle kou wanneer er een dikke meterbak in je armen ligt!

Goede vangst!