Leren Matchvissen op witvis

Matchvissen is simpel gezegd; het vissen met een werphengel en dobber. Het voordeel van een matchhengel is dat je grotere afstanden kunt werpen en dat je lijn kunt geven wanneer de dril van een grote vis hierom vraagt. Ook kan je gemakkelijker lijn geven wanneer de stroming de dobber meevoert.

Typisch aan het matchvissen is de dobber, deze wordt ook wel waggler genoemd. Deze dobber is namelijk alleen aan de onderzijde bevestigd aan de lijn. De dobber wordt op zijn plaats gehouden doordat hij tussen twee lijnstoppers wordt geklemd. Deze lijnstoppers zijn verstelbaar, waardoor je eenvoudig van diepte kan veranderen wanneer dat nodig is. Sommige matchdobbers hebben aan de onderzijde vaak enkele gewichtjes die afneembaar zijn, zo kan je zelf bepalen hoeveel lood de dobber dragen moet. Bijvoorbeeld om ver te kunnen werpen.

Verdeel het gewicht

Als je het aas in de stroming meer op zijn plaats wil houden dan heb je wat meer loodkorrels nodig op de lijn. Om de dobber toch drijvend te houden haal je nu één of meerdere gewichtsschijven van de dobber, net zolang tot alleen het bovenste deel van de antenne nog boven water steekt. Zo kan je op enige afstand toch verbazingwekkend scherp vissen, en zelfs voorzichtige aanbeten verzilveren.

De dobberantenne moet gemakkelijk door een vis kunnen worden ondergetrokken. De vis mag bijna geen weerstand voelen tijdens het aanbijten want dan laat hij vaak los en is de kans verkeken.

Kies de antenne daarom altijd zo dun mogelijk, maar wel één die goed zichtbaar is.

De knopen die je nodig hebt hiervoor
De knopen die je nodig hebt hiervoor

Een goede regel is meestal dat het loodgewicht dat aan of bij de dobber gemonteerd is, minimaal 70% van het totale gewicht aan lood is. De andere 30% gewicht voeg je zelf toe met knijploodjes of bij zware dobbers met een bulkloodje van enkele grammen. Wanneer je het loodgewicht verdeeld over de lijn, bepaal je hoe je je aas aanbiedt.

Grote of kleine vissen?

Vis je op grote brasem en wil je niet dat je made telkens wordt gepakt door voorntjes die aan de oppervlakte azen? Plaats dan het loodgewicht onder aan de hoofdlijn zodat je aas snel naar de juiste diepte afzinkt. Vis je juist op windes (die hoger in het water azen), dan kun je het lood dicht bij je dobber plaatsen. Je aas zal dan vrij in de stroming wapperen. Dit komt natuurlijker over en zal voor windes erg goed werken!

Bij het vissen op windes wordt het grootste gedeelte van je loodgewicht dicht bij de dobber geplaatst. Hierdoor zal er een bocht in je lijn ontstaan tussen de dobber en haak. Houdt er bij deze manier van vissen altijd rekening mee dat je al snel na het ingooien een aanbeet kunt krijgen. Beweegt je dobber opeens met schokjes nét na het inwerpen? Of lijkt de lijn wat schuin weg te lopen? Sla dan beheerst aan. Meestal heeft de vis je aas dan al gepakt en daarbij zichzelf gehaakt.

Voordelen van een matchhengel

Een groot voordeel van het vissen met een matchhengel wordt duidelijk wanneer je met een dobber op diep water gaat vissen. Met een vaste stok vist het vaak niet meer prettig wanneer je op diep water je aas op de bodem wilt aanbieden. Door de grote afstand tussen de vaste dobber en de haak is de gewichtsverdeling over het tuig niet ideaal. Het is moeilijk om de montage in te leggen zonder knopen.

Een ander voordeel van het vissen met een matchhengel is het kunnen vissen op grotere afstand. Je bent niet meer gebonden aan de beperkte lijn die een vaste hengel je geeft, maar je kan effectief met een dobber vissen tot op soms wel 40 meter afstand.

Vissen met een stuitje op de lijn

Op diep water kiezen matchvissers graag voor een schuivende dobber, deze worden ook wel sliders genoemd. Deze schuifdobbers laat je vrij over de lijn glijden, totdat een stuitje hem op de gewenste diepte tegenhoudt. Dit stuitje kan je maken van nylon of van ander draad.

Belangrijk is dat het stuitje door het topoog van je hengel past. Je kunt stuitjes kant-en-klaar kopen, maar je kunt ze ook eenvoudig zelf knopen. Meestal wordt hiervoor een rood draadje nylon of katoen gebruikt. Bij het kopje 'Verdeel het gewicht' staat een illustratie hoe het eruit moet zien.
Knip na het knopen de beide eindjes kort af en je hebt een stuitje die gemakkelijk door het topoog van je hengel past.

Nu kun je eenvoudig op grote diepte vissen. Je kunt het stuitje door het topoog heen draaien zodat er geen vele meters lijn meer aan je hengel hangen. Je kunt nu gecontroleerd ingooien, het stuitje zal door de ogen van je hengel achter je dobber aan vliegen. Je aas zal nu afzinken en de lijn meenemen door het oogje van je dobber net zolang tot de dobber het stuitje tegenkomt. Mocht de wartel onderaan de dobber te ruim zijn, plaats dan een klein rubberen kraaltje tussen de dobber en het stuitje. Zorg altijd dat de dobber echt bij het stuitje stopt!

Stuitjes
Stuitjes

Beginnen met vissen

Ga je het proberen op diep water? Dan begin je eerst met het stuitje op een kleine afstand van je dobber. Je vist dan te ondiep maar je kunt wel zien of je dobber voldoende lood draagt.
Je onthoudt hoe ver de antenne boven water uitsteekt en verschuift het stuitje naar boven.
Dit herhaal je totdat je merkt dat je antenne wat verder uit het water steekt. Nu ligt je onderste loodgewicht op de bodem. Je schuift daarna het stuitje iets omlaag, totdat je zeker weet dat je je aas precies op de bodem aanbiedt.

Je dobber zal vaak niet ondergaan wanneer je zo op de bodem vist. De vis pakt je aas en tilt daarbij het laatste loodje op. Je dobber zal dus niet ondergaan, maar juist een stukje omhoog komen, om daarna schuin naar beneden onder water te verdwijnen. Dan is het moment om de haak te zetten en kan de dril beginnen.

Verschillende dobbers
Verschillende dobbers

Werpen met de matchhengel

Wanneer je inwerpt moet je vlak voor je montage het water raakt met je vinger de lijn afremmen. Doordat je afremt, zal de lijn en onderlijn zich strekken en gestrekt het water raken.
Als de montage niet is afgeremd, is de kans dat de montage in de knoop raakt veel groter. Altijd even afremmen dus.

Wind kan een probleem zijn bij het dobbervissen. Door je lijn even te ontvetten met een ontvetter (bijvoorbeeld afwasmiddel) kun je de lijn na de worp gemakkelijk onder water trekken. Het beste kun je na het ingooien je hengeltop even onder water houden en weer omhoog slaan met een korte beweging. Hierdoor heb je tijdens het vissen geen last meer van de wind. Hierdoor hou je een veel betere controle over je dobber. Je kunt hem gemakkelijker op zijn plaats houden en kun je veel sneller reageren op het moment dat je een beet krijgt! Houdt echter rekening met de stroming die wel nadelig kan werken bij het onder water trekken van de lijn.

Met een matchhengel ben je enorm veelzijdig. Doordat je gemakkelijk van dobber en loodgewicht kunt wisselen, kun je je montage altijd snel aanpassen wanneer de omstandigheden daarom vragen. Wanneer we het over dobbers en loodmontage hebben is een goede vuistregel. “Vis zo licht als kan, en zo zwaar als moet”.

Oftewel, vis zo licht dat je aas natuurlijk wordt gepresenteerd en de vis minimale weerstand voelt. Maar vis zwaar genoeg om te kunnen werpen, en zwaar genoeg om je aas op de plek te houden waar jij dit wilt.